De functioneel belangrijkste delen van de penis zijn het corpus cavernosum en het corpus spongiosum. Het corpus cavernosum penis ontstaat met gepaarde erectiele weefsels uit de lagere schaamtakken (fig. 1.1). Voor de symfyse verenigen de twee corpora cavernosa zich tot het corpus. Bij de mens is er – op enkele uitzonderingen na van een caverneuze lichaamsscheiding [3] – een onvolledig caverneuze lichaamsscheidingswand, die bloedoverdracht tussen de corpora mogelijk maakt en zo het caverneuze lichaam tot een functionele eenheid maakt.
Fig. 1.1. Corpus cavernosum van de penis in erecte toestand (uit [1]).
Een zeer stevige, ongeveer 1 mm dikke bindweefselschede, de tunica albuginea, omgeeft het caverneuze weefsel. Het sponsachtige weefsel van het corpus cavernosum bestaat uit een netwerk van bindweefselstaven die gladde spieren bevatten, aan de oppervlakte bedekt zijn met endotheel en een labyrint afbakenen van fijne veneuze bloedruimtes die lacunen worden genoemd [1]. Tunica albuginea en het bindweefsel van de corpora cavernosa vormen het vezelige skelet van de corpora cavernosa dat dient om deze te stabiliseren [4].
Fig. 1.2. Dwarsdoorsnede door de mannelijke penis.
De arteriële bloedtoevoer (fig. 1.2) verloopt hoofdzakelijk via de arteria profunda penis, een terminale tak van de interne pudendale arterie (van de interne arteria iliaca), die in de corpora cavernosa ligt. Vertakkingen van de A. dorsalis penis dienen om de eikel te voeden, maar kunnen ook bijdragen aan de voeding van de corpora cavernosa via perforerende takken [2]. De veneuze uitstroom verloopt voornamelijk via de dorsalis penis profunda ader en via crurale aders gelokaliseerd in de diepte van de corpora cavernosa, die draineren naar de periprostatische plexus.
|
|
|